Kleurenfestival van de Rhododendron

“Als ik dit schrijf is het bijna Pasen, en hebben we net de landelijke Aktie NLdoet achter de rug.  Het Geuren en Kleurenfestijn komt er weer aan en ik dacht: misschien is een artikel dat beknopt weergeeft hoe kleuren in de cultivars zijn ontstaan interessant. Het was al lang bekend dat door verschillende soorten Rhododendron met elkaar te kruisen het pallet van bloemkleuren kon worden vergroot. Het kleurenpatroon van de grootbloemige Rhododendron was in begin 1900 in Europa nog niet zo groot. Vooral paarse, rose en witte cultivars waren er genoeg. Immers kruisingen werden vooral gemaakt met Rh. caucasicum. Rh. catawbiense en Rh. ponticum als ouders. Zo kwam het eerste rood in cultivars door gebruik te maken van Rhododendron arborea uit de Himalaya. In het arboretum staat op dit moment een arboreahybride te bloeien onder de grote eikenboom nabij de picknicktafel. Probleem was wel dat door met Rh. arborea te kruisen ook twee minder goede eigenschappen meegegeven werd aan de cultivar, namelijk matig winterhard en te vroege bloei, soms al begin maart. Ook rood van Rh. strigillosum werd een mogelijkheid toen deze soort werd ontdekt in 1904. Dit bleek een soort te zijn die op beschutte standplaatsen voldoende winterhard is. Denk maar eens aan de prachtige Rh. ‘Taurus’ die op een groot aantal plekken in het arboretum staat, en in april grote brandweerrode bloemen produceert. Geel was ook zo’n kleur die veredelaars wilden gebruiken. Eerst werd gebruik gemaakt van Rh. campylocarpum, maar vooral door de komst van Rh. wardii kwamen er kruisingen op de markt met intens geel gekleurde bloemen die ook voor onze streken voldoende winterhard zijn. In het arboretum staan deze in de zogenaamde “Bruns collectie”, je kunt die vinden bij de picknickbank. Ook de gele cultivars die onder de Sitkasparren staan, net voorbij het tuinhuis, zijn hier voorbeelden van. Echte soorten als Rh. keiskei, Rh. lutescens (deze laatste staat nu bij het tuinhuis volop in bloei) zijn vooral van belang geweest voor kruisingen voor kleinbloemige hybriden. Maar de kleinbloemige Rhododendron is misschien nog een inspiratiebron voor een volgend artikel.”                                                                                                                                              Martin Spiljart


Geplaatst in Uncategorized.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *